uk flagEnglish

NL vlagNL

Geschiedenis en ontwikkeling

Alle microfoontypes die we tegenwoordig kennen, zijn uitgevonden in de tweede helft van de negentiende eeuw. Maar het duurde tot de twintiger en dertiger jaren van de 20e eeuw, voordat de theoretische ideëen over de werking van dit soort apparaten in de praktijk konden worden getest.

De uitvinding van de triode (een electronenbuis met drie electroden), in 1906 door Lee De Forest, maakte versterking van electrische signalen mogelijk. Dit leidde tot experimenten met radio, draadloze communicatie, electronische opnamen van muziek en spraak, geluidsversterking, geluid voor film en voor televisie. Kortom: het begin van massacommunicatie.

Microfoons bestonden al wel, ze maakten deel uit van de telefoon, die in 1876 was uitgevonden door Graham Bell en verder was geperfectioneerd door Edison. Deze microfoons werden dan ook als eerste gebruikt, maar hun frequentie-bereik was ontoereikend.

Hieronder staan 14 mijlpalen uit de ontwikkelingsgeschiedenis van de microfoon

  candlestick

De "candlestick" microfoon is een telefoon, waarvan het luister gedeelte is verwijderd. De hendel waar die op leunde doet nu dienst als "druk in om te praten" schakelaar.

Deze Kellogg T 48 werd al in 1901 geproduceerd als telefoon en werd tot het einde van de Tweede Wereldoorlog als microfoon gebruikt door het Amerikaanse leger.

 
       
  carbonmic

De Western Electric 600A "double button" was een van de allereerste microfoons van professionele kwaliteit.

Hij stamt van rond 1925 en werd gebruikt om de eerste inhuldigingstoespraak van een Amerikaanse President (Hoover) op te nemen voor de sprekende film, in 1929.

 
       
  reisz mic

De Reisz microfoon had een veel betere geluidskwaliteit en was uitgevonden in 1923, door Georg Neumann, terwijl zijn werkgever Reisz op zakenreis was.

Dit type microfoons werd vele jaren door de toen opkomende radio stations gebruikt. Marconi bouwde ze in Engeland in licentie; Koning George de Vijfde kreeg een koninklijk exemplaar aangeboden.

 
       
  Condenser

De CMV 3 condensatormicrofoon, uit 1928 werd ontwikkeld door Neumann, voor zijn eigen bedrijf, dat hij was gestart in Berlijn.

Hoewel er in de VS al eerder condensatormicrofoons waren gemaakt, was dit de eerste die in serie werd geproduceerd. Al snel volgde de CMV 3A, met verwisselbare elementen, om verschillende opname patronen te kunnen bereiken. Het was ook de eerste betrouwbare condensator microfoon. Hij kreeg al snel de bijnaam "Hitler fles", omdat de Nazi dictator vaak ermee te zien was.

 
       
  Dynamic

De Western Electric 618, uit 1931, was de eerste goede dynamische microfoon. In tegenstelling tot condensatormicrofoons was er geen externe voeding nodig, zodat hij veel minder storingsgevoelig was en dus perfect voor radio en geluidsversterking (P.A).

 
       
  Ribbon

RCA introduceerde de eerste bandmicrofoons in 1931, dit type, de 74B "Junior Velocity" had een "acht" opname patroon en was voordelig, zodat het een veel gebruikte microfoon werd in radiostudios.

Hij is nog steeds populair onder musici en verzamelaars.

 
       
  WE 639

De Western Electric 639A was een forse microfoon, met twee opname elementen in zijn behuizing; een band- en een dynamische-microfoon. Door beide signalen te combineren konden er verschillende opname patronen worden gevormd: richting gevoelig, omni en acht. Productie startte in 1939.

In de richtinggevoelige stand leverde de 639 een veel betere kwaliteit signaal, dat ideaal was voor gebruik bij geluidsversterking.

 
       
  Shure 556

Ben Bauer ontwierp de Shure 55, ook in 1939. Dit was de eerste richting gevoelige dynamische microfoon met een enkel element. Zijn vorm is een van de grootste iconen op microfoon gebied. In 1951 kwam er een opvolger: de kleinere 55S, die tegenwoordig nog steeds in productie is. Beide typen staan bekend als "de Elvis microfoon".

 
       
  RCA 77D

RCA was de belangrijkste leverancier van de Amerikaanse professionele markt. Na het succes van hun bi-directionele bandmicrofoons ontwikkelden ze ook modellen die konden variëren tussen richtinggevoelige en andere opnamepatronen, door middel van een mechanische sluiter achter het opname element.

De hier afgebeelde 77D, uit 1945, was een van de allerbeste.

 
       
  RCA BK1

De RCA BK1, uit 1952, was de allereerste microfoon waarbij in de bovenkant het geluid werd opgevangen. Tot dan hadden alle typen een zijwaarts geplaatst element. Met deze dynamische "IJshoorn" kon naar de geluidsbron gewezen worden, of een interviewer kon hem onder iemand zijn neus duwen voor commentaar.

 
       
  Labor W DM2

De Labor DM 2, uit 1949, was een van de eerste producten van de (later omgedoopt tot) Sennheiser firma. Het is een dynamische microfoon, met een tot 1,6 meter instelbare hoogte. Het eigenlijke opname element is verborgen in de voet, waar het geluid, via de smalle buis, naar toe wordt geleid.

 
       
  Pencil mic

In de Vijftiger jaren werd, door verregaande miniaturisatie van electronenbuizen, het formaat van microfoons beduidend kleiner. Een van de beste exponenten hiervan was de Schoeps CM 640, die nog steeds grote populariteit geniet in studios, door zijn warme en gedetailleerde klank.

 
       
  421

Er zijn maar weinig microfoons zo populair als deze Sennheiser MD 421. Geproduceerd sinds 1960, eerst in grijs met zilver, wordt deze nu nog steeds gemaakt en over de hele wereld ingezet voor zowel live als studiowerk.

 
       
  EV 642

Tenslotte is hier de Electro Voice 642, een dynamische richtmicrofoon voor geluiden die veraf zijn. Hij stamt uit het begin van de jaren zestig en kreeg in 1963 een Academy Award van de Amerikaanse filmindustrie, voor zijn bijdrage aan een beter geluid voor film en tv. De microfoon werkt volgens het "Variable D principe"; een systeem waarbij achter het element op verschillende afstand geluid binnenkomt, via gaten in de behuizing. Het resultaat is dat er vrijwel geen sprake is van een nabijheidseffect (lage tonen worden versterkt als de geluidsbron dichterbij is). EV gebruikt dit systeem nog steeds in veel microfoons.